Deze basistips voor het goed ventileren van een publieke ruimte zijn op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport door TNO opgesteld.

Wat is ventileren?

Ventileren betekent frisse lucht toevoeren en vervuilde lucht afvoeren. Frisse lucht komt rechtstreeks van buiten. We noemen frisse buitenlucht ook wel “verse lucht”. Ventileren doe je 24 uur per dag. Het toevoeren van frisse lucht is vooral belangrijk wanneer er mensen in een ruimte aanwezig zijn. Zo zorg je dat ongezonde stoffen zich niet kunnen ophopen.

Ventileren kan met verschillende systemen. In oudere gebouwen gaat ventilatie nog vaak via grotere openingen in het gebouw zoals klepramen en ramen. Dit noemen we natuurlijke ventilatie.

In nieuwere gebouwen is speciale apparatuur ingebouwd om te ventileren. Dit noemen we mechanische ventilatie. Elk systeem moet op de juiste manier worden bediend om goed te werken.

Naast ventileren bestaat ook luchten. Luchten betekent: in korte tijd extra veel frisse buitenlucht binnenlaten. Dit kan bijvoorbeeld door de ramen en deuren 10 tot 15 minuten wijd openen te zetten. Luchten kan je doen als een ruimte niet fris ruikt. Luchten kan ook helpen om de concentratie aan virussen in de lucht zoals het Corona virus (SARS-CoV-2) te verlagen. Luchten wordt ook gebruikt voor verkoeling bij warm weer. Dit kan overdag als er mensen aanwezig zijn maar ook ‘s nachts. Door ’s nachts te luchten bij warm weer wordt de ruimte afgekoeld naar een prettige temperatuur voor de volgende dag.

Vijf basistips staan centraal bij goed ventileren. In deze vijf basistips leggen we uit wat u zelf kunt doen om op de juiste manier te ventileren